HEVEA BRASILIENSIS is de naam van de rubberboom. Zoals de naam het reeds laat vermoeden werd de boom in 1736 ontdekt in het Amazonegebied door de Franse ontdekkingsreiziger Charles Marie de la Condamine (1701-1775) die de rubber meebracht als curiositeit .
Overal ter wereld komen bomen voor die als ze worden gekwetst of beschadigd door insecten, een vloeistof afscheiden die door stolling verhindert dat schimmels of bacteriën binnendringen.
Zoals hars bij een den of maple sap vloeit uit de Hevea Brasiliensis of rubberboom een melksap ook latex genoemd die tot een rubberachtige massa verhard. Een Engelse apotheker ontdekte dat er potlood kon mee worden uitgegomd. Van Het Engelse “to rub”, wrijven, ontleent het product trouwens zijn naam. Deze rubber heeft vooral elastische en waterafdichtende eigenschappen.
In 1839 ontdekte men dat rubber en zwavel bij verhitting, vulkanisatie, een rubber oplevert dat sterk en stevig blijft bij temperaturen van 0 tot 100° C.